De medische oogkleppen van De Block

Als maatschappij denken we steeds minder vanuit diploma’s en steeds meer vanuit competenties en talenten. Minister De Block gaat hier lijnrecht tegenin.  Met haar plan om voortaan alleen nog universitairen te erkennen als psychotherapeuten, legt minister Maggie De Block haar medische logica op, schrijft Koert Eeckhout.

Dat minister van Volksgezondheid ­Maggie De Block (Open VLD) de titel van psychotherapeut alleen nog wil voorbehouden voor masters met een ‘medische opleiding’, zoals artsen en psychologen, om de kwaliteit te garanderen, roept vragen op. Universiteiten hebben geen monopolie op kwaliteit en een universitaire opleiding is geen absolute garantie voor de goede uitoefening van een beroep. Dat er criteria komen voor instituten die een psychotherapie-opleiding organiseren, is begrijpelijk, dat er minimumvoorwaarden zijn om zo’n vierjarige opleiding te starten ook. Maar bachelors helemaal uitsluiten gaat te ver.

Als maatschappij denken we steeds minder vanuit diploma’s en steeds meer vanuit competenties en talenten. Minister ­De Block gaat hier lijnrecht tegenin.

Waar is het debat?

Ook de manier waarop de minister met de voorbereiding van deze wetgeving aan de slag is gegaan, is problematisch. Je zou verwachten dat er een breed debat wordt opgestart om zo veel mogelijk stemmen van zo veel mogelijk betrokkenen te horen: diegenen die voor deze legislatuur met het thema bezig waren, vertegenwoordigers van diverse psychotherapeutische richtingen of enkele bachelors en hogescholen. Er werd slechts een beperkte groep geraadpleegd. Veel betrokkenen vinden dat ze niet gehoord worden, dat de minister snel en eenzijdig te werk gaat en dat een medische logica wordt opgelegd. Dit in een tijd waar participatie, luisteren naar de basis en burgerinitiatieven belangrijke vormen van het democratisch proces zijn.

Hoe kan De Block haar aanpak en inhoudelijke richting sturen vanuit een liberale partij als Open VLD? Een partij die naar verkiezingen trekt om mensen vleugels te geven, die iedereen aanmoedigt vanuit eigen competenties en talenten verantwoordelijkheid te nemen voor hun leven en hun bijdrage te leveren voor de medemens en de maatschappij. In de praktijk worden een meerderheid van (potentiële) psychotherapeuten de vleugels geknipt.

En welke plaats krijgt preventie? Pakken we symptomen of oorzaken aan? Welke rol spelen organisaties en leidinggevenden? Welke plaats krijgen opvoeding en onderwijs?

De noden aan psychosociale ondersteuning zijn hoog: zelfmoord, stress, burn-out, angst en eenzaamheid tieren welig. Als gemeenschap moeten we hierover vragen blijven stellen en kritisch kijken naar wat werkt en niet werkt. We moeten continu inspanning leveren om de kwaliteit van psychosociale zorg te bewaken en de kosten binnen de perken te houden.

De richting die minister De Block nu vaart, gaat in tegen wat een meerderheid als noodzakelijk acht en maatschappelijk gedragen kan worden. De vele betrokkenen moeten hun stem laten horen en de minister, de universiteiten, de artsen en de klinisch psychologen moeten verder durven kijken dan hun eigen gelijk en hun verzekerde toekomst.