Differentiatie tussen Psychiater-Psycholoog-Psychotherapeut
De termen psycholoog, psychiater en psychotherapeut worden in het dagelijkse taalgebruik vaak door elkaar gebruikt. Dit is echter onterecht. De verschillen tussen een psycholoog, een psychiater en een psychotherapeut zijn immers erg groot.
Een psychiater is een arts. Hij of zij heeft geneeskunde gestudeerd en koos daarna voor een specialisatie in de psychiatrie. Omdat een psychiater een arts is, kan hij of zij medicatie voorschrijven en wordt een psychiatrisch consult gedeeltelijk terugbetaald. De titel van psychiater is beschermd. Dit wil zeggen dat niet iedereen zich psychiater mag noemen.
Een psycholoog is iemand die minstens vijf jaar universitair onderwijs volgde en daarmee een masterediploma behaalde. Een psycholoog is dus een academisch of professioneel expert in de psychologie, de academische discipline die zich bezighoudt met het innerlijk leven (kennen, voelen en streven) en het gedrag van de mens.
Op eigen initiatief of op advies van een arts kan je een psycholoog consulteren voor psychologische problemen of psychosomatische klachten. Een psycholoog geeft informatie om psychologische problemen te voorkomen, een psycholoog onderzoekt psychologische problemen en kan een psychodiagnose stellen. Een psycholoog geeft informatie en/of advies over therapiemogelijkheden en behandelt of begeleidt.
Het behandelen van psychologische problemen wordt ‘psychotherapie’ genoemd.
Onder psychische of psychologische problemen vallen heel wat klachten die we onmogelijk allemaal kunnen opsommen. Je kunt een psycholoog raadplegen zowel voor dagdagelijkse problemen als voor ernstig psychisch lijden. Uiteraard kan het voorkomen dat je psychisch lijden ervaart zonder het probleem precies te kunnen benoemen of te kunnen zeggen waar het mee te maken heeft, ook dan is het de bedoeling samen met de psycholoog het psychisch lijden te exploreren en bespreekbaar te maken.
Een psychotherapeut is iemand die het psychische lijden, samen met de cliënt (en/of zijn omgeving) exploreert, bespreekbaar maakt en door middel van gesprekken behandelt. Een psychotherapeut kan een psycholoog, een orthopedagoog of arts zijn maar er zijn ook overgangsmaatregelen voor anderen, zie Psychotherapeut | FOD Volksgezondheid (belgium.be)
Een psychotherapeut is gespecialiseerd in het behandelen van cliënten met complexe, vaak in de persoonlijkheid gewortelde psychische klachten. De psychotherapeut richt zich heel specifiek op de psychotherapeutische behandeling van psychische problematiek die de ontwikkeling en/of het functioneren van de patiënt belemmert. De problematiek kan geworteld zijn in de persoonlijkheid van de patiënt en daardoor vaak sterk verweven met diens relationele context. De psychotherapeut is in staat om de relatie tussen de persoonlijkheid van de patiënt en diens relationele context te verduidelijken. De behandeling kan er vervolgens op gericht zijn meer begrip voor deze context te krijgen en eventueel veranderingen aan te brengen.
De behandeling door een psychotherapeut kan zowel klachtgericht als persoonsgericht zijn. De psychotherapeut biedt een behandeling die vaak intensiever en langduriger is dan die van de psycholoog.
De problematiek die een psychotherapeut behandelt, onderscheidt zich daarmee van enkelvoudige, recent ontstane psychische en psychosociale problemen die bijvoorbeeld een psycholoog in de eerste lijn in een beperkt aantal sessies begeleidt of behandelt.
Onder bepaalde voorwaarden voorzien de meeste ziektezorgverzekeringen in een gedeelde terugbetaling van de psychotherapie.
Differentiatie tussen advies, coaching, counseling en psychotherapie
Vaak krijg ik van cursisten en cliënten, maar ook doorverwijzers, de vraag: wat nu precies de verschillen zijn tussen iemand die advies geeft, iemand die coacht, een counseler en een psychotherapeut. En na een zoektocht, en exogene inspiratie, vond ik een bevredigend antwoord in een recent werk van Carroll en Walton in het Handbook of counselling in organisations. ‘Both counseling and counselling are correct, depending on the regional spelling conventions. Counseling is used in American English, while counselling is used in British English.’
In dit werk worden adviseren, coachen, counselen en therapie als een continuüm van interventiemogelijkheden gezien, zoals dat hier schematisch in beeld wordt gebracht.
Het geven van advies of advisering genoemd, is elke vorm van hulpverlening op de inhoud, het proces, de structuur, een taak of een serie van taken zonder dat de adviseur de verantwoordelijkheid heeft voor de implementatie ervan en het staat de geadviseerde ook vrij om met het advies te doen en laten wat hij wilt. (exogene inspiratie) De adviseur tracht, mits zijn advies, een situatie te veranderen of te verbeteren zonder dat hij daar directe controle over hebt. Adviseren is dus hulpverlening waarbij het gaat over structuren, taken, series van taken met hun respectievelijke inhoudelijke aspecten (meestal van het werk en/of een organisatie).
Coachen of coaching is gericht op het begeleiden en adviseren van een persoon of personen waarbij problemen of ontwikkelingen (meestal in relatie tot het werk) verhelderd, verder ontwikkeld of opgelost worden. Het gaat hier met name om de rol van de betrokkene in één (of meerdere) specifieke context(en) (werksituatie). Het zelf van de persoon is daarbij wel betrokken maar vaak minder indringend dan bij counseling.
Counseling is een methode van ondersteuning en begeleiding, specifiek gericht op het psychosociale terrein waarbij door actief luisteren en praten psychologische, emotionele en gevoelsmatige problemen of ontwikkelingen verhelderd, ontwikkeld of opgelost worden. Het gaat hier, meer indringend dan bij coaching, om het zelf van de persoon in relatie tot zijn rollen en in de context waarin hij verkeert. Het object van de counseling en coaching is in zijn kern anders: bij counseling gaat het om het menselijke zelf in relatie tot zijn rol en zijn omgeving. Bij coaching gaat het om de rol, de taken en activiteiten in zijn functioneren, waarbij de andere elementen een rol kunnen spelen.
Als we kijken naar de differentiatie tussen counseling en psychotherapie, zien we dat tussen deze vormen, op het gebied van psychische, psychosomatische, psycho-emotionele en psychosociale ontwikkeling van mensen veel overlap is:
- Er wordt immers geput uit dezelfde bronnen, stromingen en methoden.
- Er worden basiseisen gesteld zowel aan een counselor als aan een psychotherapeut m.b.t. opleiding en praktijktraining.
- En supervisie en intervisie worden als belangrijke vormen van reflectie binnen beide beroepsgroepen gezien.
Waar situeren zich de verschillen dan? Verschilpunten zien we in:
- De duur, de intensiteit en de vorm van de opleiding die verschilt in die van counselor en psychotherapeut. Psychotherapeuten worden meestal opgeleid in een opleiding die meerdere jaren in beslag neemt en eindigt met een getuigschrift, attest, certificaat of diploma hetwelk een zekere erkenning en bevoegdheid oplevert (in België dan vooral t.a.v. de zorgverzekering).
- Counselors hebben een vooropleiding, soms op een ander terrein dan de psychologie, de orthopedagogie, de menswetenschappen of opleidingen waar de menselijke psyche en het vak psychopathologie een belangrijk del van uit maakt.
- Counselors werken met een beperkt aantal sessies (ongeveer 5-12) terwijl psychotherapeuten vaak langere trajecten met cliënten aangaan.
- Bij counselors zien we vaak dat counseling alleen geen hoofdtaak is. Er worden veel andere begeleidende activiteiten naast de counseling verzorgd. Bij psychotherapeuten is het meestal een hoofdtaak.
- En last but not least: In de psychotherapie wordt, meer dan tijdens couselingprocessen, aandacht besteed aan reflectie over het zelf en de gecreëerde (problematisch ervaren – door de cliënt of door de omgeving) discrepantie tussen het zelf en het aangepaste ik en dit op bewust of onbewust niveau.
- Psychotherapie bestaat er niet enkel uit, de cliënt meer bewust te maken van die discrepantie, maar is een proces waarin de cliënt wordt gefaciliteerd in zijn exploratieve reflectietocht naar groeimogelijkheden (en dit ook leert expliciteren) om zijn emotionele barrières op te heffen, om de ervaren discrepantie te verkleinen, om de cliënt te begeleiden in het optimaliseren van zijn gewenste en vrijwillig gekozen vaardigheden, in het verwerven van kennis t.o.v. zijn attitude, die hem inherent, in zijn verschillende individuele contexten, in zijn verschillende individuele rollen en daaraan verbonden taken, zullen leiden naar een manier van meer optimaal functioneren en naar integratie op vlak van cognitie, emotie en gedrag.